Broeklin vergunnen? Zorg dat het huiswerk af is.

02 November 2020

Broeklin vergunnen? Zorg dat het huiswerk af is.

Na vele jaren stilstand beweegt er wat op de Uplace-site. Zoals geweten zijn er studies gebeurd en heeft Alexander D’Hooghe van ORG een visie op het gebied uitgewerkt dat volgens velen veelbelovend en innovatief is. Ondertussen is er een vergunning aangevraagd bij de Vlaamse overheid voor het nieuwe project - ondertussen herdoopt tot Broeklin - en loopt het openbaar onderzoek volgende week af, op 3 november.

Het project Broeklin zal altijd spannend blijven voor de stad Vilvoorde, en de naam Uplace blijft toch wat spoken, al was het maar omdat de initiatiefnemer de NV Uplace is. Het project maakt deel uit van een groter reconversiegebied in Vilvoorde-Machelen waar vele hectaren oude industrie leegstaat. De stilstand is er gekomen omdat het gebied op vele vlakken al in de knoop ligt, en de grootste knoop is de mobiliteit, helaas en nog steeds.

Kwade tongen zouden zeggen dat in deze regio niets meer kan als het aan de mobiliteit ligt, want alles zit al muurvast. Het is zeker een moeilijke kaart, maar je moet toch ook de kansen van een ontwikkeling bekijken, er valt zoveel te winnen ook, eerst en vooral maatschappelijk dan: ontharding en vergroening van kale betonvlaktes, sanering van historisch vervuilde gronden om maar iets te zeggen. Wat mobiliteit betreft is de ambitie zeer duidelijk en ze staat in het Vlaamse regeerakkoord: in de Vlaamse Rand moeten we zsm naar een modal split van 50/50. Dus: van alle verplaatsingen in onze regio zouden we nog voor max 50% de auto mogen kiezen, voor de andere helft zouden we moeten kiezen voor een meer duurzaam vervoermiddel (te voet, te fiets, OV). Gemiddeld in Vlaanderen in 2019 lag die modal split op 72,56% auto versus 27,44% duurzame modi[1]. Conclusie: ELK project groot en klein moet mikken op die 50/50 modal split of béter, want anders halen we het niet en wordt de knoop alleen maar groter.

Dit project is zo belangrijk dat het eigenlijk gewoon goed moet zijn, niet alleen in visie maar zeker, vooral, in de concrete uitwerking. En daar wringt het schoentje toch nog. Wat er op deze site ontwikkeld wordt heeft onmiddellijk en onvermijdelijk impact op de omliggende gebieden – die ook al jaren leegstaan, kijk naar de Renault-fabriek, en wat er DAAR dan kan. Een vergunning met voorwaarden houdt altijd risico’s in: elke voorwaarde betekent dat er in het ontwerp iets nog niet goed zit, dat er een aanpassing moet gebeuren die moet worden opgevolgd en idealiter gehandhaafd.

Een vergunning zonder voorwaarden moet het streefdoel zijn: dat betekent dat alle betrokken partijen vertrouwen hebben dat de plannen tot in de details goed zijn. Dat kan ook nog perfect, als de bouwheer tenminste daarvoor open staat.

[1] Mobiliteitsverslag 2020, MORA, d.d. 26/06/202. Opvallend is ook dat Vlaanderen het met deze cijfers in 2019 zo’n 10% sléchter deed dan in 2018.